Overmoed komt …. (te veel en te hard lopen)

depressief ?

When I go for a run, often I’ll want to run as far or as hard as I can … and then I’m exhausted, and less likely to want to run tomorrow.

Let’s do less, and leave some in reserve. And enjoy the less that we do even more.

Hier gelezen

Je zou denken dat ik het ondertussen al geleerd heb na al die jaren, maar nee hoor. Dit kalenderjaar ben ik de afstanden behoorlijk gaan verlengen. Tot mijn grote verbazing ging dat goed. De snelheid zat er (nog) niet in, maar hé, sneller én langer kunnen lopen en dat in één beweging doen is misschien wel veel gevraagd.

Omdat dat lopen zo goed ging dacht ik : ik ga weer flink zwemmen. En tussendoor ook Aktiviatochten wandelen. En die fiets, dat moet ook. De grafiekjes waren mij goedgezind.

Maar ik merkte ook een vorm van sleur en vooral ik werd altijd maar moeër.

Naar verluidt is rust deel van de training. Ik zal het maar geloven zeker ?

Zoorun : lopen tussen de beesten !

zoorun Lommel

Voor dit weekend stond er een training van 12 km op het programma. Het hele weekend stond echter in het teken van ‘hard werken’ en gisteren had ik dan ook taak na taak afgevinkt, kwestie dat het een beetje vooruit zou gaan.

Ondanks het feit dat het een duurloop was (zonder stress voor snelheid !), had ik toch de indruk dat ook dit een taak was die ik moest ‘afwerken’.

Tot ik mij de Zoorun in Lommel herinnerde : vrij aanvangsuur en lopen tussen de dieren ! DIe ‘loop’ zag er al heel wat aantrekkelijker uit !

Deze morgen vertrok ik dan ook richting dierentuin Lommel. Uit niets bleek dat het pas de eerste keer was dat ze de loop organiseerden. Er waren parkingwachters en van ver stond de weg naar de ZooRun aangegeven. De inschrijvingen verliepen vlot en er was een bagagedepot voorzien. Geen startnummers maar een gekleurd armbandje naargelang je afstand, 5, 10 of 15 kilometer en nee, géén rondjes.

De informatie die op de website stond was heel correct, ik liep grotendeels op onverharde grond (60 %) en single track (10 %) en maar een beetje (10%) op verharde weg. Voor mij leek het bij tijden meer op een veld- of trailrun dan wel een gewone loop. Bij tijden zakte ik tot boven mijn enkels weg in de modder, maar dat kon de pret niet derven.

Door de ‘vrije start’ was dit voor mij een prima oefening om mij ‘af te schermen’ van medelopers. Tijdens gewone wedstrijden brengen ze mij in de war, ik wil precies altijd ergens aan hangen of inhalen terwijl het toch belangrijk is dat ik mijn eigen tempo loop en niet bijna doodval de laatste kilometers. De vrije start zorgde er ook voor dat er nooit echt veel volk tegelijk liep, want er was best veel volk komen opdagen, meer dan voorzien denk ik – er waren toch geen goodybags meer op het einde en ik had er héél veel zien staan !.

Het laatste stuk had ik het lastig. We gingen over de 10 km (dus geen exacte afstand) en de paar bruggen en het manoevreren in modder begonnen hun tol te eisen.  Die laatste kilometer liep ik tussen de leeuwen en zag ik nog zijdelings een panter naar mij kijken alsof ik een happige brok was en dat deed me toch nog die laatste kilometer volhouden om niet te stappen. Dat was even wel verleidelijk, zeker toen de apen show gaven en er vele gewone bezoekers gewoon op de weg stonden.

Deze loop heeft mijn weekend toch nog goed gemaakt. Ik vind de formule super en ik hoop dat ze het volgend jaar opnieuw zullen doen, al besef ik dat ze maar een beperkt aantal lopers zullen aankunnen, vooral voor het stuk dat door de zoo gaat.

Prestatiegewijs ben ik content, want ondanks het feit dat de loop zwaar was (door de ondergrond, de bruggen, de vele draaien en hoeken) heb ik dezelfde gemiddelde snelheid gehaald en dat terwijl er hier en daar stukjes waren waar je verplicht was om te stappen wilde je niet in een modderbad terecht komen.

Hier zit een contente loper !

ZooRunplan

De week dat ik niet ging “sporten” (7 uur 13 min dus)

Vorig weekend begon het al : een vermoeidheid die niet met een nachtje slapen over zou gaan en zeker al niet na ‘slecht slapen’, want nu en dan zit ik in de lange cyclus van slecht slapen. 10 maart ben ik opnieuw beginnen lopen en ‘meer sporten’ en ik zie nu dat ik tussen 10 maart en nu 6 rustdagen had. Oftewel 6 rustdagen en 29 sportdagen.

Dus zou ik deze week niet lopen … en dat is ook niet gebeurd. De vermoeidheid zat zo diep dat ik voelde dat ik mij forceerde. Mijn lichaam was mij dankbaar maar hunkerde naar beweging en naar ‘buiten’, op het werk was het druk en chaotisch en sporten zou zo wat het enige ‘stabiele’ zijn, het rustpunt in de drukte.

De 7 uur sporten is bijgevolg een verzameling van fietsen, wandelen (lang leve Activia !)  en fitness (vorm van aerobics) geworden en ook dit was zalig. Toch buiten en even niet lopen, al miste ik het wel. Het moet zalig zijn om 20 km te kunnen lopen – dan zie je toch al eens iets anders – maar voorlopig zit dat er nog niet in.

Hop hop naar de volgende week !

 

Back !

Zeeland - panoramafoto - rechts Neeltje Jans Deltawerken

Een loopburnout bestaat volgens mij echt ! Omdat ik al jaren loop ken ik mezelf een beetje. Soms heb ik geen zin, soms ben ik te lui (oeps !), soms lijken alle andere dingen belangrijker, of soms komt het er niet van. Uit ervaring weet ik dat ik daar niet echt moet aan toegeven en dat even geen zin hebben ook geen drama is. Het komt wel terug. 

Maar deze keer was alleen al de gedachte aan lopen iets wat mij deed panikeren. Het sloeg me rond de knieën, de angst van ‘nee, ik kàn niet’ en die nee had niets te maken met geen zin of motivatie, het was bijna verlammende schrik. Knikkende knieën en nog van dat. In alle eerlijkheid, ik dacht al dat het voor altijd zo zou zijn.

Verklaringen heb ik er niet echt voor, al is er een theorie die me zeer redelijk in de oren klinkt. Zo las ik een boek over de kracht van de wilskracht (Kelly Mac Gonigal). Geen gezever, maar allerlei onderzoek. Een van de dingen die me zijn bijgebleven is dat wilskracht beperkt is ongeacht of je er veel of weinig van hebt. Het betekent, volgens het boek, dat als je bv. voor iets veel en langdurig wilskracht nodig hebt, je het niet meer kan opbrengen (of minder) om dat ook voor iets anders te doen. 

Lopen vraagt wilskracht, zeker van mij, ik moet mezelf altijd heel sterk motiveren, maar een tijd geleden ben ik met een project bezig geweest dat ook veel van mij gevraagd heeft. Ik denk dat, bij wijze van spreken, alle wilskracht naar dat project gegaan is en het potje ‘op’ was, al was het totaal geen fysieke activiteit. 

Maar gelukkig zijn de tijden rustiger geworden en heb ik mijn hoofd opnieuw vrij kunnen maken om te sporten. Vrij omdat er andere dingen minder belangrijk (lees : afgewerkt) zijn. Dus ben ik opnieuw begonnen, zij het heel aarzelend. 

In het krokusverlof heb ik veel gefietst in het heerlijke Nederlandse Zeeland. Fietsen, laagdrempelig en ‘kwestie van erin te komen’. Zalig was dat, Neeltje Jans op en neer, beuken tegen de wind. 

Zeeland - panoramafoto uitzicht op Neeltje Jans Deltawerken

 

Het zomaar vrij fietsen deed mij fysiek en mentaal gigantisch veel deugd. 

De voorbije week heb ik nog een tandje bijgezet : elke dag sport  en 4 luttele looptrainingen, progressief opbouwend (want er schiet precies niet veel meer over). 

Ik ben begonnen met een lange wandeling rond ons dorp. 

SAM_0558

 

De looptrainingen heb ik op één na, allemaal ‘op het werk’ afgewerkt. Ik heb tussendoor vrije uren en ik wist dat het moeilijker zou worden om na het werk nog te gaan lopen. 
En is dat niet zalig : lopen tussen de werkuren door en thuiskomen en al fijn gesport te hebben ? Douche inclusief ? 

Ook voor morgen staat de sportzak alweer klaar. Lopen rond het werk, gelukkig in mooie velden en bossen, maar wel met de nodige heuvels. 

En stilaan weer opbouwen naar, wie weet, Antwerpen ? 

Looptoerisme

Op vrijdagochtend vertrok ik richting West-Vlaanderen. Ik had mijn fitnesskleren bij, want dankzij mijn abonnement mag ik in alle fitnesscentra van de keten, dus ook meer dan 100 km verder weg, wat wel een meevaller is.

Eenmaal ‘in de Vlaanders’ was ik onder de indruk van het zonnetje dat scheen en ook wel het prachtige landschap waar ik logeerde.  Gelukkig had ik ook ‘winterloopkleren’ bij. Zuslief woont langs het parcours (denk ik toch) van de AlproLeiemarathon, en ik wou wel een stukje van die marathon lopen.

Zalig was dat, zo’n nieuw stuk verkennen. Puur genieten langs de Leie.

Wat een voordelen toch aan zo’n hobby ! Het is de streek ontdekken op geheel andere manier en ondertussen fijn sporten. Via het lopen kom je op paden waar je met de auto niet komt en heb je tijd genoeg om je ogen goed de kost te geven. Omdat het sneller gaat dan wandelen kan je zonder al te veel tijd al onmiddellijk heel wat kilometertjes doen.

En o zo zalig dat gevoel van ‘zomaar lopen’ en ‘we zien wel waar we uitkomen’ !


Schuilhuisje. Gelukkig had ik het niet nodig, maar toch fijn !

 


Ik kwam vanuit het westen en liep zo de brug over en dan terug naar het oosten om langs de Leie te lopen. Richting noorden is lopen via het kanaal. Daar is het merkelijk minder fijn om te lopen wegens de industrie. Langs de Leie is het puur natuur.

Een van de volgende keren wil ik het Vlasserspad lopen, zo’n dikke 8 km ! En er zijn nog tal van wandelingen (te lopen) en fietstochten !
West-Vlaanderen here I come ! 

loop/fiets eens op een ander

Deze (mid-)week gingen het lief en ik op vakantie en wel naar het ‘verre’ Nederland. Auto ingepakt en ook het mobiele fietsje van Decathlon ging mee.

We hadden een schitterend appartement gehuurd in het Nautisch Centrum van Scheveningen, met zicht op de plezierhaven en het lief wou eigenlijk maar één ding : lezen en nog eens lezen, genieten van de rust en nu en dan eens een mini-wandelingetje.

Nu ben ik best wel een huisduif en kan ik uren lezen, maar een dag zonder beweging is er teveel aan. Daarom trok ik de loopschoenen aan en deed een eerste training langs het strand. Het was bijna een uitputtingsslag. De wind was gi-gan-tisch en had daar aan de kust natuurlijk vrij spel. Verder was het ook ‘stoempen’ op het strand, mijn voeten zakten immers weg in het natte zand. Maar tegelijkertijd was er ook de geweldige ervaring van net naast de waterlijn te lopen, spelletjes spelen met de schuimkoppen die over land gingen en volle wind in je gezicht voelen. Geweldig was dat !
Bij het terugkeren ging het allemaal wat vlotter …

Scheveningen

Het lopen was er zo mooi dat ik de training die op mijn schema stond 2 maal na elkaar deed, want soms is Renate Wennemars een beetje karig in kilometertal. 2 keer 8 minuten lopen is wel heel weinig.

Dat lopen aan de zee iets anders is dan lopen op mijn gebruikelijke wegen of loopband, voelde ik de dag erna méér dan een beetje. De enkels lieten van zich horen (het zakken in het strand ?) en mijn schouders en rug durfden ook te protesteren.

Opnieuw liet ik het lief in de zetel met z’n boeken en Ipad en nam de fiets richting Den Haag. Ik had geen idee hoeveel kilometer dat was (heel weinig !) maar voelde me als een regelrechte prinses. Wat een heerlijke vrijheid zo’n fiets en o, wat een voorzieningen voor fietsers in Nederland ! Ik had zelfs de indruk dat de fietsers er even, zo niet méér au serieux worden genomen dan de automobilisten. Brede fietspaden en goede veiligheidsvoorzieningen. De fietspaden zijn overal goed aangeduid en breed, er zijn rode lichten speciaal voor fietsers en je hoeft je hoofd niet te breken over hoe je drukke kruispunten moet oversteken. Er zijn fietsherstelpunten waar je zo je lekke band of remmen kan laten herstellen, er zijn tal van fietsstallingen – ook bewaakte. We kunnen er wat van leren !

Den Haag fietstocht

Voor mij waren de loopjes en de fietstochten het hoogtepunt van de vakantie. Natuurlijk werden er ook ‘culturele’ uitstapjes gedaan als Panorama Mesdag en zagen we Gravity, een film op IMAX en in 3D. We deden een uitstapje naar Delft.

Maar het sporten blijft voor mij toch de max.

… en zeggen dat daar 2 dagen later een loopwedstrijd is…

Het is hier schoon lopen, en bij u ?

Ik ben benieuwd naar waar andere mensen zo in hun omgeving lopen. Zo hoorde ik onlangs een loper laaiend enthousiast over het Provinciaal Domein in Kessel-Lo. Of dat van Hofstade, trainingsparcours van menig loper.

Kessel-Lo, dat ligt wel een beetje op de terugweg van mijn werk, dus dat is weer eens een mooi alternatief. Hofstade, dat ligt al wat verder … vooral, dan zit je daar met je bezweette kleren in de auto… Of kan er gedoucht worden ?
De Teut, Zonhoven, ha, schoon is dat. Dat ken ik alleen maar omdat mensen mij er ooit attent op maakten. Niet dat ik er al veel gelopen heb (al meer gewandeld), maar toch.

En u ? Waar loopt u ? Tips ?

Gelukkig zijn er ook de seizoenen, waardoor buiten lopen, zelfs op dezelfde wegen niet altijd hetzelfde is.

Daarom enige beelden van mijn dorp Rillaar, getrokken op de eerste 5 van 8 km, want toen kwam ik een compagnon tegen en werd het fototoestel schoontjes weggeborgen.

Wie een voorkeur heeft voor trail, komt hier met de Hagelandse Heuvels zeker aan zijn trekken. Ook de MTB die wat meer wil trouwens. Het is maar een tip.

Rillaar5

Rillaar6

 

en als er echt gerust moet worden ….

Rillaar4

 

Wij hebben hier zelfs onze eigen Mont Ventoux – gegeerd bij de MTB-ers !

Rillaar2

 

en zelfs toeristische attracties !

Rillaar3

slakkegangetje

 

“Competitie en scherpe tijden najagen zeggen met niet veel. 
Ik ervaar genoeg stress en prestatiedruk in mijn job”. 
Francesca Vanthielen in Running.be, juli 2013

Eerst en vooral : snel ga ik nooit worden. Dus die scherpe tijden zitten er sowieso niet in. Maar soms merk ik dat ik triest kan worden van mijn slakkegangetje, enkel en alleen omdat ik ‘niet zo snel ben’ als zovele andere, terwijl ik van het lopen best geniet. Ja, zelfs als slakje.

Dus ga ik het nog eens aan mezelf zeggen : loop, loop, loop en geniet, geniet, geniet.

Het maakt niet uit wat anderen doen !

bewondering en een beetje afgunst

Vandaag stond er 15 km op het schema van de Ten Miles, het hoogste getal tot nu toe. Het vorige ‘hoge’ getal was 14 km, enkele weken geleden. Via Ascis had ik een mailtje gekregen dat deze week de ‘wedstrijdsimulatie’ was, dus een realistische afstand (1 km minder dan de 16) aan een tempo dat 7 sec per kilometer lager lag.

Aan mijn laag tempo duren 15 km echt wel lang en na 12,5 km was ik het echt kotsbeu. Ik vroeg me af of het gebrek aan conditie was, gebrek aan motivatie, beide of wat dan ook. Maar ik gaf niet op. Ik haalde de truc van de rekensommen naar boven : nog zoveel kilometer te gaan, dat is 1/5, 1/6 … aan zoveel minuten per kilometer dat is zoveel minuten. Het zijn manieren om mijn aandacht van de saaiheid af te leiden.

Tussendoor dacht ik ook nog eens aan al die lopers die niet kunnen wachten om te gaan lopen (Wendy ! Ruth ! Julie !) of zij voor wie een marathonafstand eerder aan de korte kant is (Veerle ! Philip ! Julie – hé, die hebben we al gehad !). Of die zeer regelmatige lopers als Chris en Katrien. Of Peter die zo snel is, zijn snelheid is anderhalve keer zoveel ! (de som van deze rekenoefeningen is altijd ‘Peter was er al geweest’) En dan Bart De Wever, die gaat daar sneller lopen dan ik (maar ik hou wel mijn tong binnen !). Toen ik alle sommen zo ongeveer af had en ik mentaal heel wat lopers had voorbij zien ‘flitsen’ ging de ‘bib’ van 15 km. Ha ! Gedaan ! Finito ! Schluss !

“Hoe was het lopen ?”, vroeg het lief. “Het is afgelopen” zei ik. En meer valt er ook niet over te zeggen. Voorlopig.

uitdagingen zijn gevaarlijk

Het doel van de uitdagingen wat om de eentonigheid te doorbreken en uit de comfortzone te stappen. Kwestie van eens iets anders te doen, grenzen te verleggen enzovoort.

Zo volgde ik yogales. Zo probeerde ik eens een nieuwe sport uit. En zo ook de uitdagingen ‘combineer 2 trainingen na elkaar’.

De focus lag op : ” we gaan dat eens doen” maar wat zie ik ? De uitdaging is ‘normaal’ geworden. Na één les yoga was ik verkocht en ik zette deze elke dag op mijn agenda. Niets uitzonderlijks meer aan. Na één training bij de badmintonclub vond ik het zo leuk dat ik me meteen inschreef voor de rest van het jaar.
En dan die twee trainingen op woensdag… Wanneer je nieuwe dingen doet en die ook nog eens wekelijks in je agenda wil proppen moet er natuurlijk georganiseerd worden. De druk op de agenda wordt groter.

Dus zie ik mezelf genoodzaakt om sowieso twee trainingen te doen op woensdag. Ik kan het niet over mijn hart krijgen om de looptraining te laten vallen. Op woensdag werk ik thuis en kan ik meer schuiven met mijn tijd en ik loop niet graag in een ‘zeer benepen tijd’, ik wil graag ontspannen zijn als ik loop en niet moeten zien naar een kwartier meer of minder, wil er volop van genieten en zeker al niet het gevoel hebben dat ik ‘mij moet haasten’. (*)

Dus de uitdagingen worden langzaamaan comfortzone. Nee, ze zijn het nog niet, drie weken op dit tempo is nog niet ‘ingesleten’, maar straks worden ze het wel.

En dan kan ik mezelf weer uitdagen, om weer een stapje verder te gaan.

(*) er is trouwens een ‘bijkomende’ uitdaging, sedert 2013 heb ik mijn minimale traingsafstand/trainingsduur (naargelang de sport die ik beoefen is afstand/tijd belangrijker)  verlegd.