Tot in Spanje op eigen kracht in 2013

Omdat beelden meer zeggen dan woorden : hier zou ik op eigen kracht geraakt zijn als ik alle afstanden ‘verder’ liep. In Spanje ! Joehoe ! 1223,72 km heb ik er dit jaar opzitten !

2013

Tot over de grens met Spanje en niét in vogelvlucht ! En wie zegt : hé, dat is wel minder dan de 1243 km hierboven moet maar eens zien naar onderstaande kaart, no way dat ik op loopschoenen via de autosnelweg zou gaan en zo’n omweg zou maken in de stad zelf.

2013 b

Hip hip hoera !

Veel ga ik niet over het voorbije jaar zeggen. Ik heb mijn doel gehaald door opnieuw de Ten Miles te lopen nadat ik in 2012 zo goed als niets gelopen heb dat echt lang en een uitdaging was.

Maar bovenal ben ik blij met de 17 uur meer sport dan vorig jaar, want vorig jaar had ik ook een positief saldo van  53 uur méér ! Er is dus een stijgende trend !

Mijn ‘hoop’ is altijd om gemiddeld een half uur per dag te halen. Dat is toch een gemiddelde van 30 minuten cardiotraining. Ik kom het voorbije jaar aan 38 en iets minuten per dag !

Voor mij is dat prima !

lopen op wilskracht of motivatie

Ik heb een aantal weken niet gelopen. Voor ‘echte’ lopers is dat wellicht hetzelfde als rusten, maar dat was het hier niet. Ik had er gewoon geen zin meer in, ik vond andere sporten leuker, vooral in het water dan !

Nu kan ik gelukkig wel redelijk snel herbeginnen en toen ik twee weken geleden opnieuw begon merkte ik dat dat inderdaad nog lukte : dié afstand aan dié snelheid. Ik had een wat tragere snelheid genomen, kwestie van die looprustperiode wat te respecteren.  Maar het was één en al lopen op wilskracht. Jaja, het lukte. Misschien zou het de volgende keer beter gaan ? Niet echt. Maar het lukte, weerom op wilskracht. Nog een keer en een tandje bijgezet en ook dat lukte. Maar mijn lichaam en geest voelden het toch een beetje als marteling aan. Nu kan je zo’n dingen doen bij een wedstrijd, maar keer op keer op zo’n manier trainen, dan is alle plezier er toch af.

Ik moest ook toegeven : de loopconditie was achteruit gegaan. De zwemconditie vooruit, dat zeker, maar het blijft een andere sport.

Hoe zou ik mezelf weer gemotiveerd krijgen en plezier in het lopen krijgen ? Minder lang lopen ? Trager (Nog trager ???). Ik moest iets verzinnen waardoor ik niet het gevoel had op mijn limiet te lopen maar anderzijds ook vordering te maken. En dan is het antwoord natuurlijk : schema !

Via Peter had ik allerlei MP’3 schema’s gekregen gaande van 5 tot 10 km, 10 Miles, halve marathon en zelfs een hele marathon. Ik besloot om die van 5 tot 10 op mijn MP3-speler te zetten en het plan werkt.

Ik doe voorlopig nog twee trainingen in één, omdat ik de 10 wel degelijk kan lopen. Ik bouw dus iets sneller op. Omdat ik al geen beginner ben en al veel kilometers in de benen heb, denk ik dat mijn benen de belasting van twee trainingen wel aankunnen. Er zal vast een moment komen waar ik maar één training per keer doe.

De motivatie is terug en het fijne van zo’n schema is dat je op het eind kan zeggen : dit heb ik weer gedaan (en ik lig niet half dood). Dit was plezant.  En volgende keer doen we er een stukje bovenop.

Ik twijfel er niet aan dat ik de 10 km opnieuw zonder frustratie zal kunnen lopen. In de lente liep ik wedstrijden van boven de 10 km (Ten Miles, Rondje Tilburg, Flow loop…). Zo lang is dat ook niet geleden. Misschien kan ik tussendoor ook een beetje aan snelheid werken. Een beetje, een heel klein beetje, want overmoedig zijn kan uitpakken in demotivatie als het niet lukt of blessures bij overbelasting.

Het is superlang geleden dat ik nog eens een schema had met minuten wandelen daarin. Aanvankelijk had ik er moeite mee, alsof je terug naar het eerste leerjaar gaat. Maar toen bedacht ik so what, ondertussen heb ik weer lekker plezier bij het lopen en loop ik strakjes weer schoon mijn wedstrijden van tien en meer kilometer !

Weg met het slijmvolk !

Van niet sporten word ik ronduit … ongelukkig. Misschien moeilijk te begrijpen voor een niet-sporter, maar als ik echt dagen niet ‘beweeg’ – ik ben niet zo’n hardnekkige sporter – dan gaat mijn gemoed echt achteruit.
Mijn hele lichaam ( en leven !) lijkt dan precies ook in slow motion te gaan, alsof ik niet meer echt wakker word, mijn energiepeil daalt en het enthousiasme voor eender wat is ver te zoeken.

Na 2 weken gevecht met slijmerige monsters die zich diep in mijn borst hadden genesteld was het echt genoeg geweest, buiten met de volk !

Daarom waagde ik mij gisteren aan een loopje van 5 km. Niet veel om de spieren niet onmiddellijk te belasten maar toch op een voor mij pittig tempo. Ik merkte dat het goed ging, want de klassieke ziekteverschijnselen bleven weg : het zieke zweten, dat toch anders is dan gewoon zweten bij het sporten.

Voor mij kon de dag niet meer stuk ! Wat een kick !

14 dagen zo goed als niet sporten (ik heb wel iets gedaan) is echt lang. Bij een blessure kan je nog alternatieve dingen doen, maar met oplaaiende koorts lukt niets en is het risico van het nog erger te maken reëel. 

Op zo’n momenten denk ik wel eens aan vrienden van mij die niet een beetje, maar héél erg ziek zijn. Vrienden voor wie een wandeling al een hele prestatie is. Dan denk ik : niet zagen over die 14 dagen, maar blij zijn voor wat (weer) is. Dat ik kan sporten, dat het groene volkje in mijn longen maar tijdelijk is.

Modderbadje

Het was zo’n zalig herfstweer vandaag dat ik toch nog eens buiten ben gaan sporten. De temperaturen waren mild genoeg (8°) en zon scheen uitnodigend. De natuur tijdens de herfst is trouwens een en al pracht, het zou zonde zijn om dat aan mij voorbij te laten gaan.

Na lang twijfelen – MTB of lopen – koos ik voor de MTB, ik kan dan wel lopen op een loopbaan, de MTB-ervaring kan ik ‘binnen’ niet echt evenaren, als is binnenlopen natuurlijk ook niet hetzelfde als buiten lopen !

Ik nam terug een verkort stuk van mijn favoriete parcours langsheen de Demer maar had niet verwacht dat er zoveel plassen zouden zijn. Had het de laatste dagen dan echt zoveel geregend ? Plassen is één ding, maar gecombineerd met aarde wordt dat natuurlijk modder, véél modder. Dus werd het ‘racen’, ‘ploeteren’ en héél erg ‘bemodderd’ worden, want ik heb nog altijd geen spatbord, iets wat ik dringen, héél dringend moet kopen.

Dat ik onervaren ben in het moutainbiken mocht vandaag toch weer blijken. Na zo’n kilometer was ik er al in geslaagd om een rem vast te zetten tegen het wiel. Ik denk dat dat eigen fout is, of rem ik gewoon te snel ? Te hard ? Dus werd het moeilijk fietsen met één schurende rem.
Hoe verder ik reed hoe slechter het rijden begon te gaan, het was alsof de hele fiets schuurde met van alles en nog wat en dat was natuurlijk de modder die overal tussengekropen was, ook tussen de andere remblokjes. Ik moest altijd maar harder duwen tot ook de tweede rem het liet afweten.

Vanaf dan heb ik heel kalmpjes gereden. Er is nogal wat bochtwerk daar aan de Demer én putten en ik wou niet in de Demer landen om er een duatlon (fiets-zwem) van te maken. Laat dat maar voor de zomer.

Thuisgekomen kreeg de fiets een goede douche, en raakte één rem weer volledig op z’n plaats, maar de andere bleef klemmen, die moet dus naar de fietsendokter !
Toch hou ik een goed gevoel over aan de rit. Omdat ik niet meer voluit kon fietsen heb ik dan maar fotootjes genomen en langzaam gefietst en genoten van zoveel natuurschoon. Er waren plaatsen bij waar ik niets hoorde dat op aanwezigheid van menselijke activiteit duidde en dat vond ik heerlijk.
Een immense schoonheid en stilte, weeral een voordeel van buiten trainen !

Deze kreeg een deugddoende douche !

Over een andere boeg

Vorig jaar rond deze tijd liep ik netjes duurlopen van 18 km. Dat was dus ongeveer een maand voor de halve marathon van Eindhoven. Dat ging allemaal goed maar hoe meer de datum van de effectieve halve marathon naderde, hoe minder zin ik er in had. Om de één of andere reden had ik geen zin in de drukte, de stress.

Op de dag van de halve marathon (helemaal voorbereid !) besloot ik halsoverkop om de 10 km van Dwars door Hasselt te lopen, samen met Edith. Ondanks het feit dat er niet op deze afstand was getraind (en dus trager in snelheid), haalde ik hier – met haas Edith – een PR.
Na afloop gingen Edith en ik nog een koffie drinken in het stadscentrum. Zo’n tien kilometer duurt niet te lang en Hasselt is dichtbij huis.

Ik denk dat die dag een soort keerpunt is geworden. Niet zozeer om die PR, maar omdat ik het leukste van de dag het gezelschap van Edith vond en niet de PR,  niet de wedstrijd. Een voorproefje had ik ook al gehad bij de Ten Miles die ik voor de tweede keer meeliep. Ik vroeg me af : wat doe ik hier in hemelsnaam tussen al die mensen ?

De rest van het jaar heb ik geen eigen wedstrijden meer gelopen. Ik heb nog deel genomen aan de Ladiesrun in Brussel én aan de Gaston Roelants, twee keer met als doel mijn nichtje naar de eindmeet te brengen. (Lees : tetterend en kwebbelend).

Als ik eerlijk ben is mijn leukste wedstrijd uit mijn ‘carrière’ de halve marathon van Visé, geen idee of dat zelfs een stad is. Niet al te veel deelnemers en hele stukken door de natuur. Ik heb er heel lang alleen gelopen tussen de boomgaarden, velden en langs de Maas. Ik vond dat geweldig.

De drukte is dus niet mijn ding. Zo’n mensenmassa doet me hunkeren naar het dorp waar ik woon en de vele paden die ik ken tussen de velden en langs de Demer. Ik vind het heerlijk om alleen het geluid van de wind te horen. Als ik al mensen tegenkom zijn het boeren op het veld – die me al kennen – andere lopers of fietsers. Dan steken we heel even onze hand op.

Behalve mijn voorkeur voor de eenzaamheid hunker ik ook naar variatie. Drie keer per week lopen lukt me. Vijf keer niet. Ondanks de mooie wegen. Bij eenzaamheid komt dus ook variatie en die vind ik in zwemmen, fietsen, fitness, recent MTB-en en als het even kan ook aquafitness.

In de grote vakantie kwam ik zo aan een gemiddelde van 1,5 uur sport per dag, zonder schema, maar uit pure goesting. Dat is natuurlijk de beste motivatie. De lange zomervakantie is voorbij en omdat ik naast het sporten nog hobby’s heb en ook nog werken mag, is dat anderhalf uur sporten per dag niet meer echt mogelijk.

Anderzijds heeft dat sporten zo’n goede invloed op mijn hele welzijn dat ik het ook niet wil missen.

Eenzaamheid, variatie, zorg voor het fysieke/mentale welzijn, ik heb het samengevat in het plan om als doel een half uur tot 1 uur  sport per dag te stellen. Liefst zelfs niet als ‘gemiddeld’, maar wel als effectief een (half ) uur sporten tijdens weekdagen. Ik merk al een paar weken dat het plan goed werkt.  Ik vind dat uurtje vrij gemakkelijk, al moet ik dringend leren om mijn ‘aanloopfase’ (kleren aandoen) in te korten. Meestal sport ik langer dan een half uur, maar zelden langer dan een vol uur. Ik loop tussen de 5-10 km, met een half uur zwemmen heb ik een goede training achter de rug en dat geldt ook voor krachttraining. 45 minuten MTB op ruw parcours en ik ben bekaf.
In het weekend mag en kan het langer, en dat is ideaal voor een fietstocht (met de racefiets) of een lange duurloop. Het lief en ik pikken ook vrij vaak een wandeling van Aktivia mee en kiezen dan meestal afstanden van meer dan 15 km. Daar zijn we natuurlijk wel even zoet mee.

Het wordt hier dus helemaal sporten op goesting en voorlopig zonder wedstrijden.
Het is helemaal sporten voor het plezier.

juli 2012 : halfweg sabbatical – filosoferen over sport

Het jaar 2012 zal ik niet licht vergeten. Het was het jaar dat ik loopbaanonderbreking nam. Zoals rust belangrijk is in een lange periode van trainen, zo mag dat ook wel eens in een lange periode van werken, of misschien ‘halfweg’ mijn loopbaan.

In dit jaar kreeg ik ook een andere visie op sport. Enerzijds werd het voor mij nog belangrijker, ik kan mij geen leven voorstellen zonder sport. Wie ooit gebrek heeft aan drijfveren om te sporten kan bij mij voor een paar uurtjes terecht. Er zijn de evidente fysieke en mentale voordelen als betere conditie en ontspanning, maar wie regelmatig sport krijgt ook regelrechte levenslessen. Zoals dat je grote doelen (afstanden, snelheden) bereikt door kleine doelen en kleine stapjes. Dat geldt voor het sporten maar ook voor het leven. Dat trouw en regelmaat belangrijker zijn dan ‘we gaan hier in één keer een grote prestatie leveren”. Grote prestaties zijn het resultaat van trouw en regelmaat. Het is zo’n illusie te geloven dat grote prestaties, op welk vlak ook, uit de lucht vallen. In het zog van regelmaat staat ook : dat het nu en dan niet lukt of moeilijk lukt, betekent nog niet dat het hele project in duigen valt. Soms lukt een training niet. Soms  lijk je ter plekke te blijven, maar dat is maar schijn, zolang je volhoudt.

Gaan met die banaan : op een bepaald moment moet je de deur uit en dat is lastig. Er wordt zoveel gezegd dat de eerste meters naar de deur de zwaarste zijn. Dat is zo. Daarom probeer ik daar niet veel over na te denken, want éénmaal je dat doet merk je dat op de weg naar de deur tal van excuses liggen en de ‘berg’, of de inspanning in je hoofd alleen maar groter wordt. Gewoon doen.

Tenslotte is er het plannen : als je iets wil bereiken mag je spijtig genoeg niet wachten tot je iedere keer overloopt van ‘goesting’ en ‘enthousiasme’. Soms is dat er, dan ook helemaal niet. Maar iedere stap die gezet wordt is een overwinning.

Mooi gezegd is dit allemaal, maar hoe gaat het met mijn sporten ? Ik ben geen uitblinker in sporten en ik haal ook geen bijzondere resultaten. Hoe is het mij dat half jaar vergaan ?

Toen ik aan mijn sabbatical begon – en die invulde met een hoop andere dingen, lessen en afspraken – wou ik geenszins ‘stoppen’ met sporten. Dat is dan ook niet gebeurd.

Mijn eerste doelstelling was : genieten van sport.
Ik was er al gauw uit dat dit voor mij betekende  : duursporten en variatie ! Ik ben geen technische sporter. Ik heb vroeger vrij intens aan volleyball gedaan en ik verlies mijn focus na ongeveer 45 minuten. Tennis idem dito. Liever het hoofd vrij. Dan maar de sporten waar het hoofd (bijna) geheel vrij kan zijn : lopen, zwemmen, fietsen. Momenteel doe ik dat allemaal door elkaar en merk tot mijn eigen verbazing dat mijn lichaam en geest zelf voor afwisseling vragen : heb ik in een week 4 keer gefietst en 1 keer gelopen, dan lijkt het alsof ik de week erop precies ‘meer zin’ heb in méér lopen en minder fietsen en omgekeerd. Er zijn weken waar ik sterk inzet op de ene sport en wat minder op de andere, maar er is altijd variatie in het sporten.

Een Groot Plan heb ik dit jaar niet. Geen halve marathon in het vooruitzicht. Dat vraagt lange tijd dezelfde trainingen. Maar toch wil ik het niet uitsluiten en zo sport ik wel op die wijze dat ik per week minstens één keer 10 km loop en dat een fietsrit van minimaal 30 km er ook zonder al te veel moeite uitkomt, net als die kilometer zwemmen. Dat zijn mijn ‘basis’ waarden en die heb ik intuïtief zo gesteld zodat ik een opstap heb naar eender welk ‘groter’ doel ik misschien toch in mijn hoofd haal.

Soms doe ik ook aan krachttraining, maar meer in de winter dan in de zomer. Sedert ik een MTB heb en hier in het Hageland door de bossen en op de MTB-routes cross besef ik dat MTB ook wel krachttraining en intervaltraining is. Het werd me snel duidelijk dat ik hierin tekort schiet, zowel in kracht als in techniek. Maar het laat wel het kind in mij los : het kind dat door de bossen en struiken scheert en zich van niets iets aantrekt. Joewie, is dat even plezant !

Een halfjaar voorbij en er zijn dus geen bijzondere prestaties geweest dit jaar. Het is soms even ‘slikken’ voor mijn ego. Soms vraag ik mij af of ik wel goed bezig ben, maar voor mij voelt dit NU goed aan. 45 uur heb ik vorige maand gesport en ik heb het nooit als een inspanning of een last ervaren.

En laat ik daar nu dit jaar even van genieten.
Misschien denk ik er binnen een maand, een jaar weer anders over, wellicht wel, maar dan heb ik dit jaar toch ook gehad. Een sabbatical die zich niet vertaalde in minder uren sporten, maar in meer genieten.
En dat is winst.

Een bang hart

 

Vrijdag kreeg ik dus het nieuws van de longonsteking en dat was schrikken. Ik voelde me immers al stukken beter. Maar omdat je met zo’n dingen moet opletten dacht ik het lopen maar even te laten. (De dokter vond het overigens totaal ‘not done’ om in zo’n omstandigheden te lopen).

Zaterdag gingen lief en ik wandelen. Aanvankelijk gingen we voor de 5 km maar het werden 13,5 kilometer. Prachtige wandeling langs de Dijle.

Ik vreesde zondag te moeten ‘betalen’ maar behalve een hevig verbrande huid voelde ik me meer dan redelijk. Misschien wat vermoeider.

Maandag Pinkstermaandag en ik voelde me wéér beter. Of liever, nog beter. Het werd een wandeling van 18 kilometer.

Dinsdag ging ik tegen advies in toch gaan werken. Omdat het wandelen zo goed meeviel zou het werken ook wel lukken dacht ik. En ja, dat lukte !

Woensdag kriebelde het opnieuw om te ‘sporten’ maar met het longverdict durfde ik nog niet te lopen. Het werd 12 km wandelen.

Donderdag opnieuw een rustdagje en tegen vrijdag dacht ik : nu moet ik het toch gaan weten. Ik wilde niet binnen een maand te horen krijgen dat ik een ‘opflakkering’ had, of dat ik mijn reserves totaal had uitgeput. Omdat een nieuwe foto blijkbaar weinig zin had (er zou nog van alles te zien zijn), stelde de dokter een bloedonderzoek voor. Dit zou uitwijzen of mijn lichaam nog aan het ‘vechten’ was of niet. En hij was zelfs zo vriendelijk om op zaterdag, vandaag dus, al te bellen met het resultaat : genezen !

Dus mag er vanaf morgen weer gesport worden.

Ik zal meteen bekennen dat het met enige schrik is. Ik was o zo goed bezig en heb nu 14 dagen niet gelopen. Ik ben heel het jaar al wat op de sukkel en eindelijk zat het weer goed en nu weer dit. Opnieuw denk ik dat ik niet eens meer zal kunnen lopen. Dat het helemaal niet meer zal gaan.

Dus kijk ik een beetje met een bang hart naar morgen. Zal ik het nog kunnen ?

waar is de goesting ?

Man man, ik kan dan wel aan ‘onderhoudslopen’ doen, bedroevend is het toch wel een beetje :

De naakte waarheid van van vorige maand :

  1. Lopen (pijnlijk !) : 64,38 km
  2. Wandelen : 81,14 km
  3. Zwemmen : 3 km

Mocht mijn sport ‘wandelen’ zijn, dan was ik best tevreden, dat is toch een gemiddelde van rond de 20 km per week ! Nog beter zou zijn mocht zelfs maar de helft daarvan loopkilometers zijn. Maar goed, conditioneel zit ik toch wel ‘ergens’, want bij de lopen zaten loopjes van 10 km.

Ik betrap mezelf op contradicties en vage excuses. Het weer bijvoorbeeld. Ik had hier bijna geschreven ‘door het weer loop ik minder’. Maar hoe verklaar ik dan al die wandelkilometers, die in tijd veel langer duren dan lopen in de regen ? En waarom vind ik wandelen in de regen geen probleem (er bestaat zoiets als regenkledij) en vind ik dat dan toch een probleem voor het lopen ? Vage excuses dus.

Ik ben op zoek naar hoop ! Naar goesting ! Naar motivatie !
En ergens roept Eindhoven dan wel : halve marathon. Opnieuw. Waarom niet ?

Hoop !

Zo schreef ik naar een bijzijnde loopclub of ik daar iets kon doen. Damn, ze lopen daar aan 10 km per uur. Nu schrijft de dame van de club dat ik daar perfect zal in passen, ook al schreef ik netjes dat ik maar rond de 9,5 km per uur loop ! En is dat wel betrouwbaar, als zij schrijven 10 km per uur ? Maken ze er dan niet gauw 10,5 van, of 11 ? Hoe dan ook, ik denk dat ik alle moed ga verzamelen en toch eens mee zal trainen. Misschien kan dat ook al helpen voor de motivatie.

Ik moet mijn draai weer vinden. Hoop ! Motivatie ! Mij inschrijven voor Eindhoven !

algemeen onderhoud

 

Wordt er nog gesport huize Kaat ? Gelukkig kan ik gewoonweg ja zeggen. Alleen is de klemtoon wat veranderd om de simpele reden dat ik al  zo’n anderhalve maand (of 6 weken dus)  3  of minstens 2 keer ga zwemmen. De laatste twee trainingen werd dat 1500 meter zwemmen (zonder in en uitzwemmen), de keren er voor lag dat iedere keer rond de 1300 – 1400 meter.

Die 1500 meter wil ik voorlopig aanhouden, ’t is een afstand die mij heel goed ligt en waarvan ik het gevoel heb ‘dit is een training die mijn conditie wat onderhoudt en die mij in staat stelt om oog te hebben voor techniek’. Ook al zwem ik de volle 60 lengtes vrije slag, ik probeer toch nu en dan te wisselen wat focuspunt betreft.

Dat zwemmen gaat me zeer goed af, in alle eerlijkheid moet ik zeggen dat ik nu liever 1500 meter zwem dan bijvoorbeeld 10 km loop.

Ha, lopen dus ! Tot nu toe is het gelukt om iedere week minimaal 10 km te lopen, ik loop dat precies altijd ongeveer gelijk : een uur en 2 minuten, ondanks het wisselend parcours, ’t zijn maar de seconden die variëren !  Ik leef in de hoop dat ook dit een ‘goed onderhouden‘ is, momenteel is mijn hoofd te druk om specifiek te trainen en moet ik het daar een beetje mee stellen. Misschien moet er toch een tweede (loop-)training bijkomen. Met sprintjes of interval.

Ondertussen heb ik ook de fitness terug ontdekt (lang leve de zolder) en zijn er stilletjes aan alternatieve trainingen bijgekomen : krachtwerk dat zich vooral op de armen en schouders richt, buikspieroefeningen (altijd goed) en verder aangevuld naargelang ik zin heb : fietsen, crosstrainen of op de roeimachine. Al deze laatste toestellen lijken ‘makkelijk’, maar door het vast te stellen wattage kan het flink lastig worden.

Tenslotte is ook het dieetplan gelukt. 8 kilogram in de zomervakantie afgevallen en daar is niets van bijgekomen. Ook dit is nu een beetje ‘te onderhouden’.

Omdat het in mijn hoofd zo druk is en er van alles gaande is (no worries !) heb ik de laatste weken resoluut gekozen voor wat ik graag doe. Uiteindelijk train ik toch nog minstens 4 keer per week en hoop daarmee alles goed te onderhouden. Het genieten en vooral het ontspannen staan voorop. Met een beet je geluk moet ik normaal gezien toch vrij snel terug kunnen aanpikken. Tenminste dat is echt mijn hoop !