Weg met het slijmvolk !

Van niet sporten word ik ronduit … ongelukkig. Misschien moeilijk te begrijpen voor een niet-sporter, maar als ik echt dagen niet ‘beweeg’ – ik ben niet zo’n hardnekkige sporter – dan gaat mijn gemoed echt achteruit.
Mijn hele lichaam ( en leven !) lijkt dan precies ook in slow motion te gaan, alsof ik niet meer echt wakker word, mijn energiepeil daalt en het enthousiasme voor eender wat is ver te zoeken.

Na 2 weken gevecht met slijmerige monsters die zich diep in mijn borst hadden genesteld was het echt genoeg geweest, buiten met de volk !

Daarom waagde ik mij gisteren aan een loopje van 5 km. Niet veel om de spieren niet onmiddellijk te belasten maar toch op een voor mij pittig tempo. Ik merkte dat het goed ging, want de klassieke ziekteverschijnselen bleven weg : het zieke zweten, dat toch anders is dan gewoon zweten bij het sporten.

Voor mij kon de dag niet meer stuk ! Wat een kick !

14 dagen zo goed als niet sporten (ik heb wel iets gedaan) is echt lang. Bij een blessure kan je nog alternatieve dingen doen, maar met oplaaiende koorts lukt niets en is het risico van het nog erger te maken reëel. 

Op zo’n momenten denk ik wel eens aan vrienden van mij die niet een beetje, maar héél erg ziek zijn. Vrienden voor wie een wandeling al een hele prestatie is. Dan denk ik : niet zagen over die 14 dagen, maar blij zijn voor wat (weer) is. Dat ik kan sporten, dat het groene volkje in mijn longen maar tijdelijk is.

Worden lopers sneller verkouden ?

’t is weer de tijd van het jaar. Snotteren en hoesten, ongewenste slijmen en veel zakdoeken ! Zouden lopers daar nu meer vatbaar voor zijn ? En kan je lopen als je verkouden bent of maak je het alleen maar erger ?

Ik herinnerde me dat ik er ooit iets over gelezen had en diepte het boek (*)  uit onze bibliotheek nog eens op.

Blijkt dat wie zware inspanningen doet (voorbereiding marathon en na de wedstrijd) inderdaad gevoeliger is voor infecties. “… het zou wel eens kunnen dat matige fysieke activiteit ons een beter immuunsysteem zal opleveren en dat zware sportinspanningen ons weleens meer vatbaar kunnen maken voor virale infecties” (p. 115)

Komt dan de vraag of zetelzitten beter is dan fysieke activiteit.

Volgens het boek zijn er te weinig studies over matige fysieke activiteit om echte conclusies te trekken, maar uit de onderzoeken die er wel waren bleek ‘het aantal episodes (aantal verkoudheden) hetzelfde te zijn (bij de matig fysieke activiteit versus geen fysieke activiteit) maar het aantal dagen met symptomen was duidelijk verschillend”. (Nl. Korter).
Studies over het impact van zware fysieke activiteit waren er dan weer wel voldoende. ‘Uit deze resultaten kan met met stelligheid concluderen dat deelnemers aan wedstrijden die een zware inspanning vergen, zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de wedstrijd zelf een hogere kans lopen op een verkoudheid in de eerst paar weken na de wedstrijd”. 

Geen wereldschokkend nieuws denk ik. Iedereen die hard traint en daarbij zijn grenzen pusht wéét dat hij het lichaam uitdaagt. Net zoals een marathon ook geen gewone fysieke activiteit is.

Het goede nieuws was dan weer dat de inname van vitamine C (1 gram per dag) de ernst van de verkoudheden kan verminderen.

Sporten als je verkouden bent ?

De meeste mensen zullen de neck check wel kennen : symptomen boven de nek (lopende neus, niezen, schraperige keel) : go for it. Koorts, spierpijn, fluimen (komen van onder de nek !) : zet het sporten even on hold dan.

Dus voila, ik weet weer waarom mandarijntjes goed zijn en dat er toch wel voordelen zijn aan mijn niet intensief maar matig gesport !

(*) Dr. Peter Claeys, Sport je gezond Davidsfonds/Leuven

horrible spinning

Ik keek er heel erg naar uit, naar de les spinning ! Ik fiets graag, muziek, goed afzien, alles was er ! En het kon toch niet te moeilijk zijn in de zin van technisch of motorisch ? Hmm ? ’t is toch een kwestie van op die pedalen te trappen !?

Na heel wat schrikbarende facebookcomments op mijn voornemen om te spinnen, stelde mijn collega LO me gerust : zet gewoon die weerstand niet te hoog en dan lukt het wel, je hebt het zelf in de hand. Dàt plus dat gedachte dat ik een aantal duursporten toch meer dan een uur volhoud, gaf me moed. Mijn doelstelling was immers gewoon : proeven en het uur volhouden.

Ik dacht een volle zaal voornamelijk vrouwen aan te treffen, maar we waren maar met 4, (capaciteit 20 fietsen) en de lesgeefster werd vervangen door een andere man die de bijnaam ‘de beul’ had. Ik was de enige vrouw. Hmm. Vervolgens vroeg de lesgever of we een voorkeur hadden, maar omdat ik er toch niets van af wist liet ik de mannen beslissen. Zij kozen voor ‘klimmen’. Tja, al sowieso niet mijn sterkste kant, om niet te zeggen dat ik klimmen haat als het om de gewone fiets gaat. Liever een omweg van een aantal kilometer dan steile heuvels.

Opwarmen en dat liep goed. Eerste stuk ook, tot het klimmen begon, daar kon ik immers niet meer op ‘lichte weerstand’ trainen, want dan trap je daar natuurlijk zo door, je moét de weerstand wel wat serieus zetten. Echt goed lukken deed dat niet, ook al omdat ik door precies op mijn tenen reed, mijn voet zat niet zo goed in het voetstuk. Vervolgens werd het ook ‘lopen’ op de fiets (de experts zullen het kennen) en fietsen met je zitvlak net ‘naast’ het zadel en rechte rug. Ik leek daar al een paar keer van mijn fiets te donderen.

Bovendien was het daar stikkend, maar dan ook stikkend heet en zocht ik naar zuurstof. Er werd een venster opengezet, maar dat mocht niet echt baten.

En toen zag ik sterretjes, veel sterretjes, begonnen mijn handen te beven, mijn benen te beven en wist ik niet meer waar ik was. Oeps !

Dat was raar en ik moest wel even gaan zitten tegen de muur (niet dat ik daar nog iets van weet), tot een dame (waar die vandaan kwam wist ik ook niet) naar me kwam kijken en vroeg of ze er niet iemand moest bijhalen. Nee, dat moest niet.

Ik kwam bij (langzaam) en voelde dat mijn ontbijt mijn maag wou verlaten, zij het niet op gewoonlijke weg. Dus hup hup weg naar de toiletten en kots kots. Weer sterretjes. Weer tegen de grond. Man man, dat is toch spannend zo’n spinningles !

Tot een uur na de les kon ik nog altijd niet deftig stappen. Alles schemerde voor mijn ogen. Naderhand dacht ik dat ik misschien suiker had moeten nemen, maar dacht daar niet op, gezien dat al enige tijd geschrapt is.

Aan die spinningsles hou ik dus echt een horrorgevoel over, nog even en er werd een ambulance gebeld ! Ik denk dat het een combinatie van warmte, gebrek aan zuurstof en te hevige inspanning was, maar ik ben geen dokter. Momenteel sta ik alweer goed op mijn benen en ben ik vol ‘wraak’gevoelens, want de enige manier waarop ik dit wil oplossen is er nog eens hard tegen aan gaan door te sporten, zij het NIET door spinning.

  1. loop eens een wedstrijd in het buitenland
  2. ga voor zonsopgang eens buiten lopen
  3. loop eens met een ander (het mag een fietser zijn)
  4. loop eens een wedstrijd in de winter (laat ons zeggen vanaf november)
  5. laat je droppen en loop terug naar huis (GSM met GPS zal in mijn geval nodig zijn !)
  6. ga eens zwemmen voor het werk (en NIET op een dag dat ik laat moet beginnen !, dus voor 8 uur !)
  7. zoek een MTB traject op om te lopen en snuif zo de trail-sfeer op
  8. combineer twee verschillende sporttrainingen
  9. doe eens mee aan een groepsles
  10. probeer eens een nieuwe sport uit (maar wel fysiek ! vissen komt NIET in aanmerking !)
  11. loop eens een Aktivia-wandeling
  12. waag u eens aan yoga (nog nooit gedaan !)
  13. lees eens een boek over trainingsleer (da’s nog iets anders dan over lopen)

Kom eens uit uit comfortzone

Haha, die opmerking van Julie vorige week heeft echt wel doel getroffen ! Het is blijven nazinderen, omdat het natuurlijk o zo waar is. En omdat ik er al jaren niet uit geraak of ik graag loop of niet (zijn er nog zo’n mensen ?) wou ik vandaag eens testen hoe dat zat, met andere woorden of je mij nog buiten krijgt om te lopen, dus NIET op de loopband en in de REGEN dan nog wel ! Dat mijn MTB momenteel in herstelling is en ik dus de frisse buitenlucht niet via een MTB-tour zou binnenkrijgen heeft er natuurlijk wel iets mee te maken.

En ja dat ‘liep’ goed, ik liep wellicht te snel (zo’n 40 seconden per kilometer sneller) en ook iets langer dan voorzien maar kon er best van genieten. De regen deerde me niet en terwijl ik aan het lopen was dacht ik : ‘ik weet dat het niet erg is, die regen‘, ‘ik weet dat je zelden koud hebt eenmaal aan het lopen‘, waarom doe ik dat dan niet meer ?

Eén antwoord : de comfortzone. Doen wat je gewoon bent, de voorspelbaarheid van lopen op een loopband enzovoort enzovoort.

Zie hier trouwens wat de onvoorspelbaarheid van een loop ‘op den buiten’ met zich meebracht. Ik zag namelijk

  • een jong meisje dat met 2 veulens op wandel was. ’t is eens iets anders dan een man met een hond. De veulens werden wel onrustig van mij : in rood loopjasje en met een flinke beat rond mijn oren
  • berggeiten
  • reeën
  • een jonge parelhoen de weg oversteken
  • een paard dat haar veulen aan het zogen was
  • een kat die achter iets anders aanzat en ook al over de weg scheerde.

en vervolgens werd ik bijna omver gereden door een oudere man die van zijn oprit reed en niet gezien had dat ik (knalrode loopjas !) passeerde. De man was meer geschrokken dan ik.

’t is maar dat een mens bij een buitenloop nooit weet wat hij tegenkomt, een ware zoo !

Voor 2013 plan ik trouwens 20 loopuitdagingen, inspiratie gevonden bij Annelyse. Eigenlijk zijn dat 20 uitnodigingen om uit de comfortzone te geraken. En doelstellingen (wedstrijden ?) komen er in 2013 ook opnieuw, in tegenstelling tot 2012 dat ik bewust anders wou.

Wie inspiratie heeft voor ‘out of the comfortzone’ mag het gerust delen, ik moet mijn lijstje immers nog maken !

burn those calories !

Ik wou net nog eens lyrisch gaan doen over zwemmen. Ik zwem o zo graag, zwemmen dat is het lichaam in eenheid, dat is pure zen, dat is … tot ik besefte dat ik nog niet zo lang geleden lyrisch was over MTB-en. En ’s zomers ben ik bij tijden verliefd op mijn racefiets, en zelfs bij het lopen durf ik al eens de hemel te bestijgen. Om maar te zeggen dat ik het allemaal heel erg graag doe.

In mijn hoofd is er echter een hiërarchie, blijf ik het meest fier als ik een looptraining heb afgewerkt, en ondanks het feit dat ik best wel wat kilometertjes zwem, fiets, MTB… heb ik altijd het gevoel dat lopen toch de koningin der sporten is.

Onzin natuurlijk, de ene sport is de andere niet, en ’t is maar dat je doet wat je graag doet en iedere sport vraagt ook een eigen inspanning.

Toch vond ik vandaag enige troost – een mens leest al eens iets !

Ten eerste zou je bij het zwemmen – een van de enige sporten – al je spieren gebruiken. Spijtig genoeg weet ik niet meer waar ik het gelezen heb, maar toch : allen de armen in de lucht en ‘juij’ zeggen !

En toen las ik nog iets. In deel één van de reeks ‘Lekker in je vel’, het deel dat ‘beweging, liever actiever’, heet.

  • 1 uur zwemmen staat voor een energieverbruik van 790 Cal per uur ! 

Joewie !

Ter vergelijking :

  • neerzitten, 80 Cal
  • volley 215 Cal
  • wandelen 325 Cal
  • aerobics 505 Cal
  • lopen 720 Cal

Dus voor een keer staat zwemmen in mijn hoofd ‘hoger’ !

Natuurlijk, er wordt niets gezegd over intensiteit, maar ik veronderstel dat ik bij een tempozwem ongeveer even diep ga als bij een tempoloop (al kan ik het eerste beter dan het laatste).

Maar wat er ook van zij, een uur zwemmen OF een uur lopen betekent flink wat calorieën verbranden, en wie is daar niet blij mee ?

Over een andere boeg

Vorig jaar rond deze tijd liep ik netjes duurlopen van 18 km. Dat was dus ongeveer een maand voor de halve marathon van Eindhoven. Dat ging allemaal goed maar hoe meer de datum van de effectieve halve marathon naderde, hoe minder zin ik er in had. Om de één of andere reden had ik geen zin in de drukte, de stress.

Op de dag van de halve marathon (helemaal voorbereid !) besloot ik halsoverkop om de 10 km van Dwars door Hasselt te lopen, samen met Edith. Ondanks het feit dat er niet op deze afstand was getraind (en dus trager in snelheid), haalde ik hier – met haas Edith – een PR.
Na afloop gingen Edith en ik nog een koffie drinken in het stadscentrum. Zo’n tien kilometer duurt niet te lang en Hasselt is dichtbij huis.

Ik denk dat die dag een soort keerpunt is geworden. Niet zozeer om die PR, maar omdat ik het leukste van de dag het gezelschap van Edith vond en niet de PR,  niet de wedstrijd. Een voorproefje had ik ook al gehad bij de Ten Miles die ik voor de tweede keer meeliep. Ik vroeg me af : wat doe ik hier in hemelsnaam tussen al die mensen ?

De rest van het jaar heb ik geen eigen wedstrijden meer gelopen. Ik heb nog deel genomen aan de Ladiesrun in Brussel én aan de Gaston Roelants, twee keer met als doel mijn nichtje naar de eindmeet te brengen. (Lees : tetterend en kwebbelend).

Als ik eerlijk ben is mijn leukste wedstrijd uit mijn ‘carrière’ de halve marathon van Visé, geen idee of dat zelfs een stad is. Niet al te veel deelnemers en hele stukken door de natuur. Ik heb er heel lang alleen gelopen tussen de boomgaarden, velden en langs de Maas. Ik vond dat geweldig.

De drukte is dus niet mijn ding. Zo’n mensenmassa doet me hunkeren naar het dorp waar ik woon en de vele paden die ik ken tussen de velden en langs de Demer. Ik vind het heerlijk om alleen het geluid van de wind te horen. Als ik al mensen tegenkom zijn het boeren op het veld – die me al kennen – andere lopers of fietsers. Dan steken we heel even onze hand op.

Behalve mijn voorkeur voor de eenzaamheid hunker ik ook naar variatie. Drie keer per week lopen lukt me. Vijf keer niet. Ondanks de mooie wegen. Bij eenzaamheid komt dus ook variatie en die vind ik in zwemmen, fietsen, fitness, recent MTB-en en als het even kan ook aquafitness.

In de grote vakantie kwam ik zo aan een gemiddelde van 1,5 uur sport per dag, zonder schema, maar uit pure goesting. Dat is natuurlijk de beste motivatie. De lange zomervakantie is voorbij en omdat ik naast het sporten nog hobby’s heb en ook nog werken mag, is dat anderhalf uur sporten per dag niet meer echt mogelijk.

Anderzijds heeft dat sporten zo’n goede invloed op mijn hele welzijn dat ik het ook niet wil missen.

Eenzaamheid, variatie, zorg voor het fysieke/mentale welzijn, ik heb het samengevat in het plan om als doel een half uur tot 1 uur  sport per dag te stellen. Liefst zelfs niet als ‘gemiddeld’, maar wel als effectief een (half ) uur sporten tijdens weekdagen. Ik merk al een paar weken dat het plan goed werkt.  Ik vind dat uurtje vrij gemakkelijk, al moet ik dringend leren om mijn ‘aanloopfase’ (kleren aandoen) in te korten. Meestal sport ik langer dan een half uur, maar zelden langer dan een vol uur. Ik loop tussen de 5-10 km, met een half uur zwemmen heb ik een goede training achter de rug en dat geldt ook voor krachttraining. 45 minuten MTB op ruw parcours en ik ben bekaf.
In het weekend mag en kan het langer, en dat is ideaal voor een fietstocht (met de racefiets) of een lange duurloop. Het lief en ik pikken ook vrij vaak een wandeling van Aktivia mee en kiezen dan meestal afstanden van meer dan 15 km. Daar zijn we natuurlijk wel even zoet mee.

Het wordt hier dus helemaal sporten op goesting en voorlopig zonder wedstrijden.
Het is helemaal sporten voor het plezier.

Een bang hart

 

Vrijdag kreeg ik dus het nieuws van de longonsteking en dat was schrikken. Ik voelde me immers al stukken beter. Maar omdat je met zo’n dingen moet opletten dacht ik het lopen maar even te laten. (De dokter vond het overigens totaal ‘not done’ om in zo’n omstandigheden te lopen).

Zaterdag gingen lief en ik wandelen. Aanvankelijk gingen we voor de 5 km maar het werden 13,5 kilometer. Prachtige wandeling langs de Dijle.

Ik vreesde zondag te moeten ‘betalen’ maar behalve een hevig verbrande huid voelde ik me meer dan redelijk. Misschien wat vermoeider.

Maandag Pinkstermaandag en ik voelde me wéér beter. Of liever, nog beter. Het werd een wandeling van 18 kilometer.

Dinsdag ging ik tegen advies in toch gaan werken. Omdat het wandelen zo goed meeviel zou het werken ook wel lukken dacht ik. En ja, dat lukte !

Woensdag kriebelde het opnieuw om te ‘sporten’ maar met het longverdict durfde ik nog niet te lopen. Het werd 12 km wandelen.

Donderdag opnieuw een rustdagje en tegen vrijdag dacht ik : nu moet ik het toch gaan weten. Ik wilde niet binnen een maand te horen krijgen dat ik een ‘opflakkering’ had, of dat ik mijn reserves totaal had uitgeput. Omdat een nieuwe foto blijkbaar weinig zin had (er zou nog van alles te zien zijn), stelde de dokter een bloedonderzoek voor. Dit zou uitwijzen of mijn lichaam nog aan het ‘vechten’ was of niet. En hij was zelfs zo vriendelijk om op zaterdag, vandaag dus, al te bellen met het resultaat : genezen !

Dus mag er vanaf morgen weer gesport worden.

Ik zal meteen bekennen dat het met enige schrik is. Ik was o zo goed bezig en heb nu 14 dagen niet gelopen. Ik ben heel het jaar al wat op de sukkel en eindelijk zat het weer goed en nu weer dit. Opnieuw denk ik dat ik niet eens meer zal kunnen lopen. Dat het helemaal niet meer zal gaan.

Dus kijk ik een beetje met een bang hart naar morgen. Zal ik het nog kunnen ?

de straffe week – de nieuwe club

De zin om te lopen is er opnieuw en ik lijk (tot mijn eigen verbazing) toch afscheid te kunnen nemen van mijn loopband ! Het weer zal er zeker ook voor iets tussen zitten ! Vol nieuwe plannen zat ik.

Vorige zondag was het lief ziek en moest ik het stellen met 5 wandelkilometers. Ik zat compleet op mijn honger, want 5 kilometer wandelen is wel niets. Dus zag ik dit als een opwarming en liep ik – out of the blue – 14 km in de namiddag. Het was mooi weer en ik had er gewoon zin in. Had ik niet naar een feestje gemoeten ’s avonds, dan had ik er nog twee bij gedaan, om aan die legendarische 10 miles te geraken.

Woensdag deed ik netjes korte versnellingen en wel 9 kilometer lang. Ook die bevielen me, en weerom genoot ik ervan om buiten te lopen. Die versnellingen zijn goed voor mijn snelheid, maar ook goed voor mijn misschien wel grootste probleem met lopen : dat ik het na een tijdje saai begin te vinden. Zo’n afwisseling van training is dus gewoon ook nog eens goed voor de motivatie !

Donderdag was het weer de beurt aan de hobby van mijn echtgenoot : wandelen ! Nu ja, eigenlijk vind ik het zelf ook heerlijk, vooral met hem. Wandelen met je liefste, dat is gewoon zalig ! Is mijn liefje doorgaans zwijgzaam, op zo’n tochten is hij een echte praatvaar. Zalig ! Tot nu toe hadden we in 2012 enkel tochten gedaan van rond de 10 tot 12 kilometer. Ik vond dat dit meer moest zijn – en zeker al voor het echtgenootje dat eentje van 50 km wil doen deze zomer ! – dus kozen we voor de route van 15 kilometer. Na 4 kilometer merkte ik al iets raars op : ik had het moeilijk. Eu ? Moeilijk op 4 kilometer wandelen ? Ik die dat normaal met gemak doe ? En die veel langer loop ?
Na het rustpunt op 6 km kreeg ik echter alle energie terug en wandelde goedstaps verder. Toch vond ik het raar dat ik ‘content’ was dat de inspanning gedaan was. Iets was niet in de haak.

Wijgaardenwandeling Tielt Vlaams Brabant

Vrijdag zou ik voor het eerst naar de (nieuwe) loopclub gaan. Ik sukkelde met verkoudheid en onverwacht zweten en voelde me niet helemaal oké maar durfde niet af te zeggen. Ik ontmoette allerlei nieuwe mensen en werd ingedeeld in de trage groep. We waren met z’n vieren de eerste 500 meter, want toen sloeg al iemand zijn voet om ! Naar eigen zeggen lopen ze rond de 10 km per uur, dat is net iets boven mijn kunnen, maar wat nog straffer is, ze lopen eigenlijk op trailgebied. Tussen de struiken, in de bossen, prikkeldraad, de natuur in. Eigenlijk prachtig, maar helemaal niet wat ik gewoon ben en ook meer belastend. Omdat niemand daar een Garmin gebruikt of zelfs weet hoe ver ze lopen had ik er ook geen idee van of ze inderdaad wel aan die snelheid liepen. Misschien liepen ze sneller of trager, ik weet het niet, enkel dat ik na een uur en tien minuten compleet uitgeblust was en het leek alsof ik een wedstrijd gelopen had. Ik zal daar dus iets tussen de 10 en de 11 km gelopen hebben. Dit zou dus geen club voor mij worden dacht ik, maar ik voelde ook dat ik echt ziek aan het worden was, dus is dit wel een goede testloop voor mij geweest ? Ik besloot, samen met hen, dat ik toch nog een paar keer met hen zou komen lopen.

En toen was het zaterdag en was er koorts. Toen kwam zondag en was er nog altijd koorts. En maandag en dinsdag terwijl ik dit schrijf. De trap oplopen voelt al zo erg aan als 5 kilometer lopen en ondertussen heb ik 3 dozen medicatie staan waaronder anti-biotica. Ik zie dat het prachtig weer is buiten en dat er eindelijk gefietst kan worden, is de goesting om te zwemmen nog groter en wil ik eigenlijk best wel terug naar de loopclub.

Maar het zal dus niet voor morgen (woensdag) zijn, het lichaam moet eerst weer op z’n positieven komen.

Dat ondertussen de goesting maar groeit !

stratenloop Het Dorpsgenot en nog …

Deze slideshow vereist JavaScript.

Van de voorbije week is niet veel te vertellen behalve dat ik moe leek te zijn na Wuustwezel. Dat had ik al op de wedstrijd zelf en dat is toch al een poos geleden, dat ik moe was ! Misschien kwam het door twee wedstrijden na elkaar (week ervoor Rijkevorsel) en tussendoor ook nog trainen, of er schuilt gewoon iets in ‘onder de leden’, want ik voelde mij deze week gewoon niet al te best.

Toch wordt hier verder gewerkt aan het halve marathonschema. In alle eerlijkheid heb ik nog altijd mijn twijfels of ik dat wel (opnieuw) ga kunnen maar anderzijds werk ik gewoon het schema af. Kwaad kan dat nooit en als ik de afstanden haal, dan moet die halve marathon ook wel lukken.

Maandag was er de duurloop van 12 km die wat moeizamer ging, maar dat schrijf ik toch op rekening van de triatlon 2 dagen ervoor. Woensdag was ik bij mijn zusje in West-Vlaanderen en heb daar een stuk  (10 km wisselloop) langs de Leie gelopen, een stuk langs het parcours van de Leiemarathon, tenminste dat denk ik toch. Ha, wat een verademing, zo plat ! Het was warm en dat hebben mijn voeten geweten.  Ik deed de loop immers in splinternieuwe loopschoenen ! Op kilometer 6 wist ik al dat ik op beide voeten blaren had ! Ondanks twijfel (zijn het wel goeie) ben ik verrast van de superdemping die ze geven, ik lijk wel op veertjes te lopen !

En dan was er nog de laatste training die ik moest doen, niet eens een lange, maar een ‘snelle’ : lange versnellingen. Ik wou schrijven ‘om de een of andere reden is die opgeschoven tot ik op de laatste dag van de week zat’ maar ’t is geen ‘één of andere’ reden ! Vrijdag was ik op het gedacht gekomen om de badkamer te schilderen en in plaats van daar een halve dag over te doen zoals voorzien heb ik daar 3 dagen aan gewerkt ! Onze badkamer was nog niet afgewerkt en pffff, ’t was dus niet alleen schilderen maar ook een hoop voorbereidingswerk om de muren in hun originele staat terug te krijgen ! Tegen de zondag (17 uur) was ik doodop. Tussendoor had ik al een paar keer naar de wielerkoersen gekeken die hier passeerden en kon niet eens buiten blijven kijken omdat het zo heet was ! Om 18:30 zou de stratenloop beginnen en ik was niet van plan om mee te doen. Tot 18 uur dus, tot ik plots dacht : er is hier genoeg gewerkt geweest, moe of niet, ik ga plezier maken ! Dus hop, (nieuwe) schoenen aan, 4 huizen verder gegaan en ingeschreven voor de kortste afstand ! Meteen zou ik van het ‘probleem’ af zijn dat ik nog niet getraind had op ‘lange versnellingen’. De versnellingen (1000 – 2000 – 1000) tegen 6:00, nu heb ik de hele wedstrijd tegen 6:15 gelopen (zonder de minuten pauze) dus ik vind dat wel kunnen ! Superleuk was dat mijn buren mij plots herkenden en volle bak supporterden ! Nog nooit meegemaakt ! Na de wedstrijd moest ik trouwens tekst en uitleg geven aan onze overbuur (de goeie fietser die net als ik niet durfde meedoen met de fietskoers, maar ik ben wel van gedacht veranderd ;-).

En hier de heuvels, eigenlijk was het 1/3 bergop, 1/3 bergaf en 1/3 plat. In het hoofd voelde het toch zo, maar blijkbaar vindt de grafiek iets anders 😉

Volgend jaar doe ik weer mee. Voor mij geen ‘verschot’ wat het parcours betrof (heuvels !!!!) maar een thuismatch. Plezant is dat !

het hoeft niet echt meer

Het heeft lang geduurd, jaren eigenlijk, voor ik echt van het sporten ben gaan genieten tijdens het sporten. Er zijn vele redenen om te gaan sporten en de meeste golden voor mij

  • het is een manier om even van de alledaagse (stress) af te zijn
  • het is goed voor je gezondheid
  • je energie gaat er op vooruit
  • het is goed voor je lichaamsgewicht
  • het is een goede manier om je te ontspannen
  • het heeft een positief effect op je zelfbeeld (zeker wanneer je weer eens een ‘mijlpaaltje’ gehaald hebt.

Allemaal redenen waarom ik het graag deed en doe. Maar de reden die er pas laat bij gekomen is : het genieten van de sport op zich. Ik geloof dat ik dat genieten ‘opgepikt’ hebt bij de vele duurlopen in aanloop van de Halve van Eindhoven en Visé. Duurlopen geven een immens gevoel van vrijheid, ze brengen je in een vorm van trance omdat het enige wat je moet doen is  je ene voet voor de andere zetten. Het zijn misschien wel de eenvoudigste trainingen.

Na lang zwoegen op techniek heb ik ook die ‘vrije slag’ te pakken en kan ik maar blijven doorgaan, zalig lengte na lengte, genieten van het water waardoor ik heen mag gaan. Ik kan daar echt naar uitzien als ontspanning. Het geeft me een kick als ik zwem, ik geniet van het lopen tijdens het lopen. Het is allesbehalve stress.

Anders is dat met wedstrijden. Het leukste aan wedstrijden vind ik het ontmoeten van anderen, maar echt meedoen, … eigenlijk zegt het me niet zoveel en als ik kan kiezen tussen tussen 10 mijl alleen of 10 mijl op een wedstrijd, dan toch liever alleen. Het gevoel van vrijheid-blijheid verandert tijdens een wedstrijd (voor mij toch) in frustratie. Daarom wellicht dat ik zo van Visé hou, omdat het een wedstrijd is waar ik kilometers alleen liep, langs landwegen en tussen boomgaarden.

Dus heb ik zoiets als : wedstrijden, het hoeft niet (meer). Daarom dat er in mijn planning nog maar heel weinig wedstrijden zullen komen. Ik tel nog de  (1/8) triatlon in Kortrijk en Wuustwezel, en dat is ook goed omdat ik dan een beetje doel heb om te trainen (ook in open water) en er komen ook loopwedstrijden om te zien waar het schema me gebracht heeft. Zo staat ook de halve marathon van Eindhoven opnieuw op het programma en tussendoor nog een paar korte op aanraden van de coach. Maar echt wedstrijden ? Het hoeft niet meer. Twee tot drie triatlons in de zomer, één tot twee keer een halve marathon per jaar, en een paar korte voor de snelheid. De rest zal enkel en alleen zijn voor de ambiance en ’t schoon volk. Want als ik toch kom kijken kan ik al evengoed meelopen !