Wie mij een beetje kent of deze blog volgt heeft al lang door dat ik geen snelle loper ben en al helemaal geen prestatieloper. Er zijn tijden dat ik het daar moeilijk mee heb, door het domme vergelijken van mezelf met anderen. Maar toch blijf ik lopen. Daar zijn vele redenen voor, maar bovenstaande is o zo waar.
Het maakt niet uit of ik snel loop, atletisch ben, eruit zie als Kim Gevaert (niet dus), bij de zwaar- of lichtgewichten hoor (eerder tussenin ?) : ik word voor mijn lopen altijd beloond.
Het is niet dat alle zorgen verdwijnen, maar wel de zeurende stemmetjes van die zorgen. Stemmetjes die trouwens niets toevoegen aan de oplossing van die zorgen, maar blijven malen.
Wanneer ik loop vindt mijn lichaam zichzelf terug, evenals mijn geest. De chaos wordt orde in het ritme van het lopen. Geest en lichaam vinden elkaar terug in plaats van een stram lichaam en een woelige geest. Alles komt tot rust.
Toch blijft het lopen voor mij inspanning vragen. Ik ben geen loper die staat te popelen om te mogen vertrekken of die niets leukers kan bedenken dan te beginnen met lopen.
Maar eenmaal vertrokken en doorgezet word ik het al snel gewaar : de inspanning wordt beloond. En niet een klein beetje !